Het was een vandalistische daad die zijn sporen achterliet in de kunstgemeenschap in Nederland. Op een dag in maart in 1986 liep een lange man met bruin haar het Stedelijk Museum in Amsterdam binnen en verminkte het meesterwerk van de Amerikaanse abstracte expressionist Barnett Newman uit 1967 dat toepasselijk ‘Who’s afraid of red, yellow and blue III’ heet. Met een mes viel hij het kunstwerk aan.
De dader was de Nederlander Gerard Jan van Bladeren, toen 31 jaar oud. Hij was verward. Hij kreeg een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Na deze uitspraak vervaagde de man en zijn daad in vergetelheid.
Tot even later. Dezelfde man ging opnieuw het Stedelijk museum in. Hij werd niet herkend door de beveiliging of het personeel. Hij liep naar een galerij op de tweede verdieping van het museum en richtte zijn agressie op een ander schilderij. Ook dit schilderij was van Bernett Newman. Het was het schilderij Cathedra uit 1951. Binnen enkele seconden bewerkte hij het werk met een Stanleymes. Hij deed geen poging om te vluchten en werd door de museumbeveiliging gepakt, uitgeput zittend op de grond, mijn zijn rug tegen de muur en het mes nog in zijn hand.
Was Van Bladeren bang voor het doek?
Het is natuurlijk uiterst ironisch dat een doek genaamd ‘Who’s afraid of red, yellow, and blue’ wordt aangevallen. Het schilderij is niet bepaald angstaanjagend. Toch, als je er lang genoeg naar kijkt, komt het rood op je af.
Het is een enorm schilderij, meer lang dan hoog. Het gehele schilderij is min of meer rood, met aan de linker en rechterzijde een strook blauw en geel. Het rood is dus het enorme middengedeelte. Door de afmetingen van het schilderij en de uitstekende keuze voor kleuren, voelt het daadwerkelijk alsof het rood op je afkomt.
Was dit de reden dat Van Bladeren het doek aanviel? Was het een soort zelfverdediging, een ordinair daad van agressie of juist onnodig vandalisme?
Van Bladeren was zelf een miskende kunstenaar, die bovendien leed aan agressieaanvallen en paranoïde was. Zijn daad kan worden gezien als een reactie op een lang essay van de kunstenaar Carel Willink, waarin Willink aangeeft dat de abstracte kunst zijn traditie is verloren. Van Bladeren is gegrepen door deze ‘plaag’ en wilt actie ondernemen; een daad van verzet om de kunstwereld als het ware wakker te schudden.
Van Bladeren ging naar het Stedelijk Museum, liep de prachtige trap op en zag meteen het “monsterlijk grootte” doek van Newman. In die tijd lag de entree nog aan de andere zijde van het pand dan de tegenwoordige ingang onder de ‘badkuip’. Met zijn Stanleymes maakte hij enkele lange sneeën in het doek. Hij wordt opgepakt en verdwijnt in de gevangenis.
Deskundigen beschrijven hem als schizofreen en paranoïde. Hij voelde zich niet aangevallen door het schilderij, maar voelde een verantwoordelijkheid om een statement te maken in de kunstwereld, beargumenteerd door een verward persoon.
Een mislukte restauratie
Het schilderij is gerestaureerd. Dit was een grote en dure klus. Maar ook een slecht werk. De restauratoren in de Verenigde Staten, genaamd Goldreyer, blijken het schilderij te hebben overgeschilderd met een verf die de oorspronkelijke kleuren aantastte. Het nieuwe schilderij lijkt een karikatuur van het origineel. Het peperdure schilderij is verloren, maar ook de kosten voor de restauratie, betaald van publiek geld, zijn zinloos geweest.
Het Stedelijk is niet geamuseerd en laat zich hierover uit. Goldreyer voelt zijn reputatie beschadigd, terwijl het Stedelijk volgens het contract zich niet negatief mocht uiten over de restauratie. Goldreyer eist maar liefst 250 miljoen gulden. Wat volgt is een hevige strijd tussen Goldreyer aan de ene kant en het Stedelijk Museum en het stadsbestuur van Amsterdam aan de andere kant. De gemeente Amsterdam heeft het gevoel in een typische Amerikaanse advocatenserie te zijn beland. Uiteindelijk maken ze een deal voor 77 duizend gulden (publiek geld).
De tweede actie
Intussen is Van Bladeren alweer op vrij voet. De lange man weet ongezien weer het Stedelijk Museum binnen te komen. Zeer boos en agressief loopt hij het museum door. Hij weet dat het schilderij ‘Who’s afraid for red, yellow and blue’ is gerestaureerd, maar het hangt nog niet in het museum. Dan valt zijn oog op een ander schilderij van Newman: Cathedra. Met het Stanleymes dat hij op zak heeft valt hij ook dit schilderij aan. Hij maakt enkele lange sneeën over de lengte van dit schilderij.
Volledig uitgeput, met het mes nog stevig in zijn hand, wordt hij gevonden, zittend op de grond naast het toegetakelde schilderij met zijn rug tegen de muur van het museum. Zes uur later was hij weer op vrije voeten, want de politie kan iemand niet langer in voorarrest houden voor vernieling. Voor de rechter gaven deskundigen aan dat Van Bladeren een psychose had en niet toerekeningsvatbaar was. Hij werd daarom gedwongen opgenomen in een psychiatrisch centrum.
Schilderij in de doofpot gestopt
Het schilderij en de gehele affaire met Goldreyer werd in de doofpot gestopt. De gemeente was bang voor acties van Goldreyer wanneer ze het werk zouden proberen te herstellen. Toch waren er onderzoeksresultaten over het schilderij, de verf, de restauratiepogingen van Goldreyer en verfmonsters. Dit dossier was echter geheim en lag opgeborgen in een kluis. Niemand kon erbij.
Het een rare affaire geweest, waarbij een topstuk is vernield door ontkennende restaurateurs. Het is ondenkbaar dat een ‘professionele’ restaurateur zo zielloos omgaat met een kunstwerk van topkwaliteit, en vervolgens een museum, dat draait op publiek geld, gaat aanklagen voor honderden miljoenen guldens. De professionaliteit is ver te zoeken, maar de enorme schade voor de kunst is duidelijk zichtbaar. Alsof een kind zich heeft voorgedaan als restaurateur, het beroemde schilderij De Nachtwacht van Rembrand mag restaureren en er vervolgens met een roller overheen gaat. Het erge is nog dat er gerechtelijk niets aan kon worden gedaan.
De beveiliging van musea
De museumdirecteur bewoorde het alsof het voelt verkracht te worden. Het verandert je leven. Je zal voor altijd over je schouders kijken wanneer je door een museum loopt.
Deze daad van vandalisme heeft serieuze consequenties gehad voor de beveiliging van musea. De kunstwerken die er hangen kunnen een waarde hebben van miljoenen euro’s. Hoe beveilig je deze, hoe verzeker je ze en wie heeft de verantwoordelijkheid tijdens schoonmaakwerkzaamheden en restauratiewerkzaamheden?